Week de gelatine in ruim koud water. Vet de springvorm in met boter.
Smelt de boter in een steelpan. Maal de grote stroopwafels fijn (niet te fijn, je mag nog wat kleine stukjes zien) in de keukenmachine of snij ze met een mes. Roer het stroopwafelkruim door de gesmolten boter en bedek hiermee de bodem van de springvorm. Druk lichtjes aan met de bolle kant van een lepel en zet in de koelkast.
Verdeel — zodra de stroopwafelbodem is afgekoeld — 2 opscheplepels banketbakkersroom over de taartbodem, of genoeg om de bodem met een laagje te bedekken. Strijk glad en zet weer in de koelkast. Zet de overige banketbakkersroom opzij.
Klop in een kom met de mixer de MonChou zacht met de basterdsuiker. Klop in een andere kom 250 ml slagroom met een zakje klop-fix stijf. Voeg de banketbakkersroom (gelijke hoeveelheid als de slagroom: je hoeft dus misschien niet alle banketbakkersroom te gebruiken) en slagroom toe aan de MonChou en klop met de mixer glad.
Verwarm de karamellikeur (niet laten koken). Knijp de gelatine uit en los op in de warme likeur. Voeg het gelatinemengsel al mixend door het roommengsel en klop glad.
Verdeel de roomvulling over de taartbodem en strijk glad. Laat 4 uur opstijven in de koelkast.
Klop de overige 250 ml slagroom stijf met de vanillesuiker en klop-fix. Doe in een spuitzak en spuit circa 9 tot 10 slagroomrozetjes op de taart. Het midden van de taart kun je eventueel opvullen met de overige slagroom.
Halveer de mini-stroopwafels en steek in elk slagroomrozetje een halve stroopwafel. Drizzle met een theelepel wat schenkstroop over de taart. Serveer direct.
Dit recept is van:
Annemiek, je kan haar vinden via Instagram op @keukenliefde en op haar site keukenliefde.nl