Kneed alle ingrediënten voor het deeg met je handen tot een egaal deeg. Maak een bal, pak deze in vershoudfolie, en leg voor 45 minuten in de koelkast (dit is niet verplicht, maar maakt te structuur beter).
Snijd de roomkaas in kleine blokjes en snijd/schaaf de roomboter in dunne plakjes. Doe dit in een mengkom/maatbeker en zet op je aanrecht neer.
Verwarm de oven voor op 150 °C. Verdeel het deeg in 16 balletjes, en druk elk balletje wat platter tussen 2 stukjes bakpapier met de onderkant van een rond en plat schaaltje. Leg dan op een bakpapier op een bakplaat.
Bak ze voor ongeveer 10 minuten. Zodra de randjes bruin beginnen te kleuren, kunnen ze eruit. Laat volledig afkoelen, dit duurt ongeveer 30 minuten.
Mix, als de koekjes zijn afgekoeld, de roomkaas en roomboter met een mixer, voor ongeveer 1 minuut. Mix dan de frost en vanille nog even mee. Spuit wat crème op 1 koekje, en druk een 2e koekje erbovenop.
Tip: Zorg dat de roomboter niet te koud is, dan krijg je stukjes erin. En als die te warm is wordt het niet stevig genoeg. Probeer hier de balans in te vinden.
