Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de quiche vormpjes in met gesmolten boter en bestrooi met bloem. Bekleed elke vorm met een plakje hartige taartdeeg. Prik met een vork gaatjes in het deeg. Snijd vier vierkantjes uit het bakpapier. Maak een prop van de vellen, vouw weer uit en bekleed elke quichevorm ermee. Leg er gedroogde peulvruchten, rijst of bakbonen in. Zet in het midden van de oven en bak de deegbodems blind in zo’n 15 minuten tot ze beginnen te kleuren. Haal dan het bakpapier en de rijst of bakbonen eruit en bak nog zo’n 5 minuten tot ze goudbruin zijn.
Kook ondertussen de broccoli 2 minuten. De roosjes moeten nog knapperig zijn. Giet af en zet opzij. Snijd de tomaatjes in partjes. Rooster de pijnboompitten.
Klop de MonChou los met de eieren. Snijd de lente-ui in ringen, snijd de peterselie grof en voeg bij het roommengsel. Voeg de geraspte kaas toe (houd een klein handje over) en roer het mengsel door elkaar. Breng op smaak met zout en peper.
Leg een paar roosjes broccoli in elke quichevorm. Verdeel er een paar partjes tomaat over. Vul de quichevormen tot de rand met het roommengsel. Bestrooi met de achtergehouden geraspte kaas en pijnboompitjes.
Zet in het midden van de oven en bak in zo’n 25 minuten goudbruin. Laat even afkoelen en serveer dan lauwwarm met wat rucola, tomaatjes en kiemgroenten. Smullen maar, als je mama daar niet blij van wordt…
Extra tip
Ook lekker met wat uitgebakken spekjes. Voeg deze toe aan het roommengsel voor je dit in de vormpjes schept.