Doe de sjalot samen met de prosecco in een steelpannetje en breng het geheel aan de kook. Laat de prosecco iets inkoken.
Voeg de MonChou, het citroensap, het citroenrasp en de bouillon toe en roer tot een gladde saus. Voeg de dragon toe en roer door. Neem de pan van het vuur om schiften te voorkomen en breng op smaak met zout en peper.
Dep de coquilles goed droog met keukenpapier, snijd ze aan de bovenkant met een scherp mesje licht in tot een ruitjespatroon en bestrooi met zout en peper. Verhit de olie in een koekenpan en bak de coquilles op hoog vuur ca. 2 minuten per kant, tot ze goudbruin zijn.
Schep op ieder bordje wat van de saus, leg de coquilles erop, garneer met extra blaadjes dragon en bestrooi met versgemalen peper en zout. Serveer met een glaasje prosecco.
Tip: De saus kun je eventueel een dag van tevoren maken en rustig opwarmen (niet laten koken).